Bestuur en Organisatie

• Het percentage Nijmegenaren, dat vertrouwen heeft in het bestuur van de stad, is wat toegenomen: van 35% in 2019 en 2021 naar 39% in 2023. Het percentage, dat geen vertrouwen heeft, is gelijk gebleven (13%).
• Het percentage Nijmegenaren, dat van mening is dat men als kiezer invloed heeft op wat er in de gemeente gebeurt, is in 2023 iets hoger (43%) dan in 2021 (40%) en ongeveer even hoog als in 2019 (42%); 19% ervaart als kiezer geen invloed op wat er in de gemeente gebeurt.
• Het vertrouwen in het stadsbestuur is lager bij de 65-plussers en bij personen in de lagere welstandsklassen. Hetzelfde beeld zien we ook bij de ervaren invloed die men als kiezer heeft op wat er in de gemeente gebeurt.
• Het percentage Nijmegenaren, dat interesse in de lokale politiek heeft, is licht aan het stijgen: van 54% in 2017 naar 60% in 2023.
• Hoe lager de welstandsklasse, des te lager is de interesse in de lokale politiek.

Onderstaande figuur laat zien dat in 2023 39% van de inwoners (veel) vertrouwen heeft in het stadsbestuur. Dat is een wat groter aandeel dan in 2017 (36%) en in 2029 en 2021 (35%) Het percentage, dat geen vertrouwen heeft, is bij de laatste drie metingen gelijk gebleven (13%). Bijna de helft heeft in 2023 geen of geen uitgesproken oordeel over het vertrouwen in het stadsbestuur (‘neutraal’ of ‘weet niet/geen mening’ ingevuld).

Figuur: Vertrouwen in het stadsbestuur. Bron: Burgerpeiling, O&S.

Leeftijd en welstandsklasse (sociaaleconomische status) zijn de persoonskenmerken die het sterkst samenhangen met het vertrouwen dat inwoners in het stadsbestuur hebben. Onderstaande figuur laat zien dat het vertrouwen in het stadsbestuur afneemt naarmate inwoners ouder zijn. Ruim veertig procent van de inwoners onder de 50 jaar heeft (veel) vertrouwen in het stadsbestuur, tegen ruim dertig procent van de 65-plussers. De 65-plussers hebben hierover relatief vaak geen of geen uitgesproken oordeel; meer dan de helft van hen heeft ‘neutraal’ of ‘weet niet/geen mening’ ingevuld. Daarnaast is het vertrouwen in het stadsbestuur het grootst in de twee hoogste welstandsklassen; 48 respectievelijk 41% heeft (veel) vertrouwen in het stadsbestuur. In de lagere welstandsklassen is dat 29%. De personen in de lagere welstandsklassen hebben hierover relatief vaak geen of geen uitgesproken oordeel; meer dan de helft van hen heeft ‘neutraal’ of ‘weet niet/geen mening’ ingevuld’.

Figuur: Vertrouwen in het stadsbestuur naar leeftijd en welstandsklasse. Bron: Burgerpeiling 2023, O&S

Onderstaande figuur laat zien dat 43% van de inwoners ervaart dat zij als kiezer invloed hebben op wat er in de gemeente gebeurt. Dat is iets hoger dan in 2021 (40%) en vergelijkbaar met 2019 (42%); 19% ervaart als kiezer geen invloed  op wat er in de gemeente gebeurt. De rest (38%) heeft hierover geen of geen uitgesproken mening (‘neutraal’ of ‘weet niet/geen mening’ ingevuld).

Figuur: Als kiezer invloed ervaren op wat er in de gemeente gebeurt. Bron: Burgerpeiling, O&S.

Leeftijd en welstandsklasse (sociaaleconomische status) zijn de persoonskenmerken die het sterkst samenhangen met de ervaren invloed als kiezer op wat er in de gemeente gebeurt. Onderstaande figuur laat zien dat de ervaren invloed afneemt naarmate inwoners ouder zijn; 49% van de inwoners onder de 35 ervaart (veel) invloed op wat er in de gemeente gebeurt, tegen 30% van de 75-plussers. Daarnaast is de ervaren invloed het grootst in de hoogste welstandsklasse; 50% ervaart (veel) invloed op wat er in de gemeente gebeurt. In de twee laagste welstandsklassen is dat minder dan dertig procent.  

Figuur: Als kiezer invloed ervaren op wat er in de gemeente gebeurt naar leeftijd en welstandsklasse. Bron: Burgerpeiling 2023, O&S.

Onderstaande figuur laat zien dat in 2023 60% van de Nijmegenaren interesse heeft in de lokale politiek (7% ‘zeer geïnteresseerd’ en 53% ‘redelijk geïnteresseerd); 36% heeft geen interesse. Het aandeel met interesse is wat aan het stijgen: van 54% in 2017 naar 60% in 2023.

Figuur: Interesse in de lokale politiek. Bron: Burgerpeiling, O&S.

Onderstaande figuur laat zien dat de interesse lager is bij de 16-34-jarigen en hoger bij de 65-74-jarigen. Verder zien we dat de interesse lager is naarmate de welstandsklasse lager is. Van de personen in de hoogste welstandsklasse heeft 72% interesse in de lokale politiek, van de personen in de laagste welstandsklasse 34%.

Figuur: Interesse in de lokale politiek naar leeftijd en welstandsklasse. Bron: Burgerpeiling 2023, O&S.