Thema's

Welzijn en Zorg

Wmo

Dit onderdeel gaat over het gebruik van de Wet maatschappelijke ondersteuning; het aantal cliënten en zorgsoorten, ontwikkeling daarin, kenmerken van de cliëntgroep(en) en oordeel over de hulp.

Wmo; cliëntaantallen, ontwikkeling en soorten hulp

In 2023 hadden 12.220 cliënten een (of meer) indicatie(s) voor zorg uit de Wmo, zo'n 8% van de meerderjarige bevolking. Het gaat hierbij om zorg via zogenaamde maatwerkvoorzieningen, waarbij inwoners zorg krijgen van zorgaanbieders, wat vanuit de Wmo wordt bekostigd. Deze paragraaf gaat verder in op Wmo Hulpmiddelen, Wmo Huishoudelijke hulp en Wmo Ondersteuning. Wmo Beschermd wonen wordt besproken in een eigen paragraaf.

Onderstaande figuur laat zien hoe de cliëntgroep zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het meest in het oog springt de afname van cliënten met Wmo ondersteuning vanaf de start van 2022. Dat komt door de start van de buurtteams volwassenen per 1 januari 2022. Deze teams bieden rechtstreeks begeleiding aan inwoners en nemen daarmee (een deel van) de cliënten met maatwerkvoorzieningen uit de groep Wmo ondersteuning over. In 2022 waren er ongeveer 600 cliënten minder dan in 2021 voor Wmo ondersteuning. En in 2023 nam dit aantal verder af naar ongeveer 2.500 cliënten (3.800 in 2021). De buurtteams Volwassenen gaven in 2022 aan ruim 3.100 volwassenen in Nijmegen ondersteuning. In 2023 lag dit aantal iets hoger (3.200). Het ging hierbij ook om volwassenen die in 2022 al waren aangemeld bij de buurtteams. De lijn vóór 2022 in de onderstaande figuur laat de cliënten zien die meededen aan de pilot in de stadsdelen Nijmegen-Zuid en Lindenholt.

Voor Wmo huishoudelijke hulp bleef het aantal gebruikers stabiel ten opzichte van het jaar 2022: 6.040 cliënten maakten gebruik van huishoudelijke hulp. Het aantal inwoners dat gebruik maakte van hulpmiddelen nam met ruim 250 cliënten toe tot 6.775. Het totaal aantal inwoners met Wmo maatwerkvoorzieningen (excl. beschermd wonen) is in 2023 wat kleiner dan in 2022 (-375 cliënten).


Figuur: Unieke cliënten Wmo (excl. beschermd wonen) totaal en naar zorgsoort: 2021 - 2023
Bron: Registratie gemeente Nijmegen en registratie Buurtteams Volwassenen

De cliëntgroep met hulpmiddelen is het grootst (6.775 cliënten in 2023). Deze groep bestaat in meerderheid uit cliënten met een vervoersvoorziening (5.900 cliënten in 2023), gevolgd door woonvoorzieningen (1.870 cliënten in 2023) en rolstoelen (1.480 cliënten in 2023). In omvang wordt de cliëntgroep hulpmiddelen gevolgd door cliënten huishoudelijke hulp (6.050 cliënten in 2023) en begeleiding en dagbesteding (2.500 cliënten in 2023). De kleinste groep vormen de cliënten met verblijf (620 cliënten in 2023). Het verblijf in deze groep is (anders dan bij beschermd wonen) gericht op de korte termijn. Veel cliënten krijgen meerdere soorten ondersteuning. Er zit daarom de nodige overlap tussen de vier cliëntgroepen. Lees hierover meer onder 'stapeling van sociale regelingen' (zie menu links).

Kenmerken cliënten Wmo (excl. beschermd wonen)

Onderstaand overzicht laat voor cliënten met een maatwerkvoorziening voor hulpmiddelen (vervoersvoorzieningen/woonvoorzieningen/rolstoelen), huishoudelijke hulp en begeleiding/Wmo verblijf zien hoe de groepen (in 2023) zijn opgebouwd qua geslacht en leeftijd. De cliëntgroepen hulpmiddelen en huishoudelijke hulp hebben veel raakvlakken; in meerderheid vrouw, met twee derde tot drie kwart ouder dan 65 jaar. De cliëntgroep begeleiding/Wmo verblijf ziet er anders uit; ongeveer even veel mannen als vrouwen en in meerderheid jonger dan 64 (89%). De kenmerken van de cliëntgroepen is over de jaren stabiel.


Figuur: Geslacht en leeftijd naar soort Wmo-hulp
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Spreiding cliënten over de stad

Onderstaande figuur toont de spreiding van cliënten Wmo maatwerk en buurtteams Volwassenen over de 9 stadsdelen in de stad. Absoluut gezien wonen de meeste cliënten in Nijmegen-Zuid (ruim 2.450) en Dukenburg (ongeveer 2.290), gevolgd door Nijmegen-Oost (2.240). Dukenburg is ook in percentueel opzicht - als aandeel van de bevolking van 18 jaar en ouder - een stadsdeel waar veel Wmo-cliënten wonen (12,5%), terwijl dat voor Nijmegen-Oost niet het geval is (7,3%). In het Centrum en Nijmegen-Noord zijn de cliëntaantallen zowel absoluut (resp. 700 en 825) als relatief het laagst (resp. 6% en 5%).

Figuur: Cliënten Wmo maatwerkvoorzieningen en buurtteams per stadsdeel; absoluut en als % van bevolking 18+
Bron: Registratie gemeente Nijmegen en registratie buurtteams Volwassenen.

Onderstaande kaart toont de spreiding van alleen de Wmo-cliënten met een maatwerkvoorziening meer gedetailleerd op wijkniveau. Het aandeel cliënten in de bevolking (boven de 18) is het hoogst in Meijhorst (15%), Malvert  en Hatert (13%). Oosterhout, Stadscentrum, Ressen, Haven- en Industrieterrein en Kwakkenberg hebben relatief het minste cliënten (allen afgerond 3%).


Figuur: Aandeel cliënten Wmo maatwerkvoorzieningen per wijk
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Wmo beschermd wonen

Beschermd Wonen is de zwaarste vorm van zorg binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Nijmegen heeft voor beschermd wonen een regiofunctie, wat betekent dat Nijmegen het beschermd wonen ook verzorgt voor cliënten uit de regio (Rijk van Nijmegen en Gennep, Tiel, Culemborg, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Buren, West Betuwe). Beschermd Wonen bestaat uit twee soorten zorg: Beschermd Wonen en Beschermd Thuis. Deze laatste vorm van zorg is sinds 2020 actief en hierbij wonen inwoners zelfstandig in de (al dan niet gedeelde) woning met de benodigde begeleiding, toezicht en 24/7 beschikbaarheid van zorg.

In 2023 woonden 750 cliënten in een beschermde woonvorm of maakten gebruik van Beschermd Thuis, in 2022 waren dat er 730. Ruim 80% van deze cliënten woonden in Nijmegen, de overige cliënten woonden in de regio. Deze aantallen zijn op basis van de gedeclareerde zorg via Zorg in Natura. Er zijn ook inwoners die via Pgb gebruik maakten van Beschermd Thuis: 180 in 2022 en 160 in 2023. De grote afname van aantal cliënten in de afgelopen jaren - tussen 2020 en 2021 - kwam doordat een substantieel deel van de cliënten is overgegaan naar de Wet Langdurige Zorg. In 2023 was verreweg de grootste aanbieder is de RIBW (40% van de cliënten). Stichting IrisZorg, Onder de Bomen en Stichting Jados nemen ieder ruim 10% van de cliënten voor hun rekening. De overige cliënten krijgen zorg van een groot aantal kleinere aanbieders. Indicatiestelling voor beschermd wonen en beschermd thuis gebeurt bij de GGD.

Kenmerkend aan de cliëntgroep is dat deze in meerderheid bestaat uit mannen (63%) en personen onder de 65 jaar (98%) (zie onderstaande figuur op basis van de cliëntgroep in 2023). Een substantieel deel is jonger dan 27 (52%), en dit aandeel is de afgelopen jaren groeiende (49% in 2022, 41% in 2021, 33% in 2020), terwijl het aandeel 65-plussers daalt. Dit komt vermoedelijk door de overgang van een deel van de cliënten naar de Wet Langdurige Zorg.

Figuur: Geslacht en leeftijd van cliënten beschermd wonen
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Oordeel over Wmo-hulp

Uit het cliëntervaringsonderzoek Wmo over het jaar 2022 blijkt het volgende:

  • Cliënten waarderen de hulp die ze gekregen hebben gemiddeld met het rapportcijfer 7,4. Dat is ongeveer gelijk aan het rapportcijfer bij het cliëntervaringsonderzoek in de voorgaande jaren.
  • Van de cliënten vindt 80% de geboden hulp van goede kwaliteit; 8% vindt van niet.
  • 77% van de cliënten geeft aan dat de ingezette hulp de ervaren kwaliteit van leven heeft verbeterd; 5% geeft aan dat dat niet het geval is.

Met betrekking tot het aanvragen en regelen van de hulp zijn de volgende uitkomsten gemeten:

  • 65% wist waar men moest zijn om de hulpvraag te melden; 16% wist dat niet.
  • 60% is van mening dat men snel geholpen werd en 22% vindt dat men niet snel geholpen werd.
  • 19% is van mening dat de tijd tussen de melding van de hulpvraag en het eerste gesprek hierover te lang was. Nog eens 17% vond die tijd langer dan verwacht.
  • 84% van de cliënten is tevreden over de kwaliteit van het gesprek waarin de hulpvraag verkend en geregeld werd; 6% is hier ontevreden over.  
  • 84% vindt dat er serieus werd omgegaan met de hulpvraag die men had; 7% is de tegenovergestelde mening toegedaan.  

De percentages bij de bovenstaande bevindingen tellen niet op tot 100%, omdat er steeds ook een deel geen (uitgesproken) mening over het onderwerp heeft.

Deze pagina is gebouwd op 05/23/2024 14:29:19 met de export van 05/23/2024 14:24:54