Thema's

Werk en Inkomen

Bijstandsuitkeringen

De daling van het aantal bijstandsuitkering na het coronajaar 2020 is in 2023 gestopt.
Vergeleken met Nederland als geheel zijn er in Nijmegen veel mensen met een bijstandsuitkering. Onder hen veel alleenstaanden (70%), maar ook 1- en 2-oudergezinnen. In totaal wonen 2.500 Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin.

Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen

Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen kan op veel manieren bepaald worden:

  • Tel je alleen uitkeringen P-wet, of reken je ook aanverwante uitkeringen als IOAW, IOAZ en BBZ mee?
  • Tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen mee?
  • Kijk je naar het aantal uitkeringen op een bepaald moment, of over een bepaalde periode, breng je achteraf correcties aan?
  • Tel je alleen uitkeringen tot de AOW-leeftijd of ook uitkeringen aan ouderen?
  • Tel je het aantal uitkeringen, of het aantal volwassenen dat van een uitkering afhankelijk is?
  • Daarnaast spelen nog allerlei administratieve keuzes (bijv. kijk je naar datum van registratie, of naar datum van geldigheid van de uitkering)

In verschillende statistieken en publicaties worden verschillende definities gehanteerd.
Voor Nijmegen geldt dat op 1 januari 2024 er volgens een smalle definitie (alleen P-wet tot AOW-leeftijd, zonder bewoners van instellingen en mensen zonder vast adres, ongeveer 6100 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Volgens een bredere definitie (incl. IOAW/IOAZ, incl. bewoners instellingen en adreslozen) zijn dat er bijna 6.800. Bij deze 6.800 uitkeringen/huishoudens zijn ongeveer 7.600 volwassenen betrokken.

Figuur: Samenstelling bestand bijstandsuitkeringen tot AOW-leeftijd, 1-1-2024. Bron afdeling Inkomen, gemeente Nijmegen.

Daling aantal mensen in de bijstand stopt in 2023

De start van de coronacrisis in maart 2020 zorgde voor een flinke stijging van het aantal mensen in de bijstand, met ongeveer 400 tot bijna 7.500 in juli 2020. Vanaf mei 2021 tot begin 2023 was er (door de krapte op de arbeidsmarkt) sprake van behoorlijke daling. Het laatste jaar is het aantal uitkeringen weer iets toegenomen. Het aantal bijstandsuitkeringen op 1 januari 2024 (6.800) nog steeds ruim onder het niveau van de start van de coronacrisis.

Figuur: aantal bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW/IOAZ en BBZ, instellingen en dak- en thuislozen) in Nijmegen. Bron: Dashboard Sociaal Domein.

In Nijmegen meer bijstandsuitkeringen dan landelijk gemiddeld

In Nijmegen ligt het percentage bijstandsuitkeringen ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit is in bijna alle grotere steden het geval. Ook vergeleken met de andere Nederlandse kennissteden is het Nijmeegse cijfer iets bovengemiddeld: er zijn er 3 waar het percentage nog hoger is dan in Nijmegen, en 4 die gunstiger scoren.

Figuur: Aantal bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOW, zonder IOAW en instellingbewoners/dak- en thuislozen) als % bevolking 20-65. Bron: CBS, jan 2023.

De lijn in de ontwikkeling van het bijstandscijfer in Nijmegen is vergelijkbaar met die in Nederland en in de andere (kennis)steden: pieken rond 2017 en 2020, gevolgd door dalingen.


Figuur: ontwikkeling bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOS, zonder iOAW en instellingbewoners/dak en thuislozen) Nijmegen en kennissteden, 2011=100. Bron: CBS.

In- en uitstroom in de bijstand

In 2020 stroomden veel mensen de bijstand in, als gevolg van de corona crisis. De arbeidsmarkt bleek echter krap, wat zich in 2021 uitte in ook een hoog aantal uitstromers: onder de nieuwe instromers van 2020 waren er relatief veel met redelijke kansen op de arbeidsmarkt, zijn vond weer tamelijk vlot werk.
De instroom in 2021 en 2022 was een stuk lager dan in 2020, en ook lager dan de uitstroom.
In 2023 is zowel de instroom wat groter als de uitstroom wat kleiner dan in de jaren daarvoor, waardoor het totaal aantal mensen in de bijstand weer iets toegenomen is.

Figuur: In- en uitstroom bijstandsuitkeringen per maand. Bron: dashboard Sociaal Domein.

Het beëindigen van een uitkering kan verschillende redenen hebben.

  • De belangrijkste reden is het vinden van werk. Bij 45-50% van de uitstroom is dat het geval. In absolute cijfers zie je hier dus ook de grootste terugloop in aantal uitstromers.
  • maar ook de uitstroom voor de meeste andere redenen (verhuizing naar een andere gemeente in Nederland of het buitenland, bereiken van de AOW-leeftijd, starten van een studie, geen inlichtingen) is de laatste paar jaar teruggelopen.
  • In 13-15% van de gevallen is verhuizing, naar een andere gemeente in Nederland of naar het buitenland, de reden voor het stopzetten van een uitkering.

Figuur: Uitstroomredenen bijstand. Bron: dashboard Sociaal Domein.

Zicht krijgen op de instroomredenen is wat lastiger: er is een grote groep (ongeveer een derde) waarvan alleen maar "andere reden" is vastgelegd. Blijkbaar zijn er veel instroomredenen die niet makkelijk onder te brengen zijn bij de voorgeformuleerde categorieën.
Het aflopen van een arbeidscontract of WW-uitkering is voor ongeveer een kwart van de instromers de reden bijstand te starten. Zijn komen dus vanuit een werksituatie.
 Voor de overige instromers zijn er andere redenen. Naast de grote groep overig zijn er ook redelijke aandelen (rond 10%) waarbij beëindiging van een ander inkomen (vermogen, arbeidsongeschiktheid), verhuizing vanuit een andere gemeente waar al bijstand werd ontvangen, beëindiging studie en taakstelling COA de reden voor instroom in de bijstand is.

Figuur: Instroomredenen bijstand. Bron: dashboard Sociaal Domein

Een grote vaste kern

Op 1 januari 2024 werden er in Nijmegen zo'n 6.800 bijstandsuitkeringen verstrekt. Een deel van die uitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: 55% van de uitkeringen loopt al langer dan 5 jaar, bijna 70% langer dan 3 jaar.

Figuur: Bijstandsuitkeringen naar duur uitkering, stand 1-1-2024. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Vanzelfsprekend neemt het aandeel mensen dat al lang in de bijstand zit toe met het stijgen van de leeftijd: van de 55+ers met een bijstandsuitkering heeft driekwart al langer dan 5 jaar een uitkering.

55+-ers, 1-oudergezinnen en jonge mannen

Als je kijkt naar de huishoudensvormen onder de cliënten van de P-wet/bijstandsuitkering dan vallen een aantal zaken op:

  • De grootste groep binnen de uitkeringsontvangers zijn oudere (55+) vrouwen; het aantal vrouwen 55+ in de bijstand is duidelijk hoger dan het aantal mannen uit de oudste leeftijdsklasse.
  • Alleenstaande moeders hebben ook een groot aandeel in de uitkeringsontvangers: 13%, ongeveer 900 huishoudens.
  • Bij de alleenstaande tot 34 jaar, in totaal zo'n 1.300 uitkeringen, gaat het vaker om mannen (ongeveer 60% van de alleenstaande jongeren) dan om vrouwen.
  • 2-oudergezinnen en 2-persoonshuishoudens vormen een minderheid onder de uitkeringsontvangers.

4
Figuur: Huishoudenssamenstelling cliënten met bijstandsuitkering, 1-1-2024. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Kinderen in uitkeringsgezinnen

Ongeveer 1.400 (1- en 2-ouder) gezinnen ontvangen een bijstandsuitkering. Tot deze gezinnen horen rond de 2.500 minderjarige kinderen. Dit betekent dat ongeveer 9% van de Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin leeft. Dit is een stuk hoger dan in Nederland als geheel, waar 6% van de kinderen in een uitkeringsgezin woont. Vergeleken met de kennissteden is het percentage gemiddeld.
Het aandeel kinderen dat in een bijstandsgezin woont is sinds 2016 aan het dalen.

Figuur: Aandeel minderjarige kinderen dat in bijstandsgezin woont, op 31-12. Bron: CBS Jeugdmonitor Open data.

Huishoudens met bijstand of inkomensondersteuning maken vaak ook gebruik van regelingen op andere gebieden

In het Sociaal Statistisch Bestand 2023 is het gebruik van 18 (gemeentelijke) regelingen op het gebied van inkomen, werk, zorg of jeugd per huishouden geïnventariseerd.
Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt 23% gebruik van een of meer gemeentelijke inkomensregelingen (bijzondere bijstand, kwijtschelding, de energietoeslag etc.) en/of heeft een bijstandsuitkering. Deze huishoudens zijn ook veel meer dan gemiddeld te vinden in regelingen op de terreinen zorg (WMO), werk (re-integratietrajecten) of jeugd (leerplicht, VSV, etc.).

Figuur: Welk deel van huishoudens is bekend in regelingen rond jeugd, werk of zorg. Bron: SSB 2023.

  • Meer dan 30% van de huishoudens in inkomensregelingen maakt ook gebruik van zorg, tegenover 14% gemiddeld voor alle huishoudens.
  • Ongeveer 9% is te vinden in regelingen rond werk, bij een gemiddelde van 3%.
  • Ook het aandeel in jeugdregelingen (bijna 10%) is hoger dan gemiddeld voor alle huishoudens (6%).
Deze pagina is gebouwd op 05/23/2024 14:29:19 met de export van 05/23/2024 14:24:54